Polder Het Grootslag had oorspronkelijk een open en weids vaarlandschap. De ruilverkaveling (1985) leidde tot bebouwing in de leegte en was opmaat voor schaalvergroting die tot vandaag doorgaat: grote gespecialiseerde bedrijven werken op bouwvlakken van 4 of meer hectaren, in grote dichte gebouwen die nog het meest op bedrijvenloodsen lijken, zonder expressie zoals boerderijen die doorgaans wel hebben.
De ARO ziet, als een soort trendwatcher, een nieuwe opgave voor het landschap van de polder. Als de gewaardeerde openheid steeds meer wordt ingenomen, welk landschap is dan de opvolger van het ruilverkavelingslandschap? Bij deze schaalvergroting werkt het niet meer om elk bedrijf afzonderlijk te voorzien van landschappelijke inpassing; er ontstaat een opgave in de publieke ruimte. De ARO heeft de provincie geadviseerd deze opgave in een visie uit te werken, waarin een strategie voor individuele bedrijven wordt gekoppeld aan een strategie voor de publieke ruimte: maak een steviger landschappelijk ‘casco’, met middelen als wegbeplanting, verbreden van bermsloten en voormalige vaarsloten.
Rob van Leeuwen
Landschapsarchitect
Eigenaar Morgenster Landschap, gastdocent aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, lid diverse adviescommissies, zelfstandig publicist
Aandachtsgebieden: landschap, ruimtelijke kwaliteit, uitnodigingsplanologie, ruimte en taal
Bekijk de video
Polder Het Grootslag maakt onderdeel uit van het Oude Zeekleilandschap van Westfriesland. De polder heeft eind jaren’70 een enorme gedaanteverwisseling ondergaan door de grootschalige ruilverkaveling. Van een natte vaarpolder, met een kleine, onregelmatig kavels en veel sloten, werd het gebied omgevormd tot een rationeel verkavelde polder met een lagere grondwaterstand. Het gebied kent nu grote kavels en erven. Lange tijd was het gebied van buitenaf nauwelijks toegankelijk en was de weg tussen Andijk en Bovenkarspel de enige wegverbinding. Met de ruilverkaveling werd het gebied beter ontsloten via een stelsel aan oost-west en noord-zuid lopende polderwegen, waarlangs tuinbouwbedrijven ontstonden. In het gebied zijn relatief weinig kleinschalige relicten uit het oorspronkelijke landschap, maar in het centrale deel van de polder bleef in een oost-west lopende strook een deel van de oude verkavelingsstructuur, met het oorspronkelijke hogere waterpeil behouden en ontstond een natuur- en recreatiegebied (o.a. De Weelen en het Streekbos). In het westelijk deel van de polder kwamen tuindersbedrijven met kassen, die uiteindelijk een aantal grootschalige bedrijven in een kassenconcentratiegebied bij elkaar werden gebracht. In het oostelijk deel ontstonden nabij Enkhuizen grote zaadveredelingsbedrijven en in de rest van de polder, waar nog veel vollegrondtuinbouw te vinden is, specialiseerde een aantal tuinbouwbedrijven zich in het in schuurkassen opkweken van tulpen: bollenbroeierijen. Vooral de laatste jaren zijn er steeds meer initiatieven voor grootschalig uitbreiding van deze bollenbroeierijen. Dit proces is nu in volle gang. Langzamerhand gaan deze bedrijven en ook andere landbouw-gerelateerde bedrijven in dit deel van Polder Het Grootslag het landschapsbeeld bepalen. De vollegrondtuinbouw staat daarnaast onder druk door ganzenvraat uit ganzen uit de EHS-gebieden en (soms) wateroverlast.
Landschapstype:
Ondergrond:
Landschaps- en dorps-DNA:
Polder Het Grootslag is een centrum van het vitale landbouwcluster van de bollenbroeierij. Deze bollenbroeierijen zijn gevestigd op forse erven, met loodsen, schuurkassen en opslagterreinen. De schuurkassen verschillen in uiterlijk van gangbare agrarische bebouwing als boerderijen en standaard kassen door hun gesloten gevels, waardoor ze in zekere mate meer ogen als bedrijfsbebouwing.
Aan de ARO werden in 2015 drie vergelijkbare ontwikkelingen van bollenbroeierijen voorgelegd.
Het bedrijf gelegen aan de Vleetweg 10 te Andijk is een teelbedrijf. De voornaamste activiteiten van het bedrijf bestaan uit bloembollenteelt en tulpenbroeierij. Hierbij worden de werkzaamheden volledig in eigen beheer uitgevoerd. Voor het plan is een uitbreiding van het bouwblok noodzakelijk. De uitbreiding is een verdubbeling van het bestaande erf, dat van twee naar vier hectare gaat. Het huidige bouwblok is hiertoe ontoereikend. De uitbreiding is noodzakelijk voor de ontwikkeling en de (economische) vitaliteit van het bedrijf. De uitbreiding bestaat uit loodsen en schuurkassen.
Aan de zijgevels van het nieuwe complex is een inpassing voorzien door middel van een rij fruitbomen. Tot slot wordt elders in de omgeving watercompensatie gerealiseerd, onder andere door een gedempte sloot weer open te leggen.
Voorstel landschappelijke inpassing en fasering (Bron: BKP Vleetweg 10 Andijk, Rho Adviseurs,juni 2015)
De voornaamste activiteiten van het bedrijf bestaan uit de teelt van bloembollen en de bloemproductie. Voor het plan is een uitbreiding van het bouwblok noodzakelijk. Het huidige bouwblok is hiertoe ontoereikend. De uitbreiding is noodzakelijk voor de ontwikkeling van genoemd agrarisch bedrijf.
Het perceel waarop de uitbreiding van het erf is voorzien wordt aan de noordzijde begrensd door een grootschalig glastuinbouwconcentratiegebied, dit erf valt daar net buiten. Aan de zuidzijde ligt een belangrijke groenstructuur, EHS/NNN gebied en een restant van de oorspronkelijke verkaveling van polder Het Grootslag die bij de ruilverkaveling verloren is gegaan.
In het plan worden verschillende inpassingsmaatregelen voorgesteld. Aan de zuidzijde is sprake van knotwilgen, aan de noordzijde worden enkele fruitbomen voorzien. Aan de oost- en westzijde is geen inpassing voorzien.
Inpassingsvoorstellen (Bron: Veenakkers 37A, Ruimtelijke kwaliteit, Rho Adviseurs ,juni 2016)
Ook hier zijn de voornaamste activiteiten van het bedrijf de teelt van bloembollen en de bloemproductie. Uitbreiding van het huidige bouwblok is noodzakelijk voor de ontwikkeling van het bedrijf.
In het plan worden kwaliteiten uit de omgeving doorgezet, zoals een oriëntatie gebaseerd op die van de polder en de waterstructuur die ook in het nabijgelegen glastuinbouwconcentratiegebied wordt gerealiseerd. Er wordt gekozen voor een compact bebouwingsmodel, waardoor een nagenoeg rechthoekig bebouwd cluster ontstaat. Aan de voorzijde wordt voorzien in groen- en waterzone met gevarieerde beplanting.
Visualisatie nieuwe situatie (Bron: Uitbreiding Cornelis Kuinweg, Ruimtelijke kwaliteit, Rho Adviseurs/Sjaak Schouten, juni 2015)
Voorafgaand aan de adviezen voor de afzonderlijke bollenbroeierijen heeft de ARO algemene aanbevelingen ten aanzien van de groei van bedrijven in deze sector in relatie tot de kwaliteit van het landschap. De ARO heeft geen bezwaar tegen de groei van deze bedrijven. De ARO verwacht wel dat de claim die de groei van deze bedrijven op het landschap leggen ook gepaard gaat met een navenante landschappelijke inpassing. In een modern, grootschalig productielandschap als polder Het Grootslag dienen andere ruimtelijke middelen te worden ingezet dan nu in de afzonderlijke plannen worden getoond. De getoonde inpassingsmaatregelen horen immers meer bij een traditioneel boerenerf. De ARO hecht veel waarde aan een ruimtelijke samenhang in het gebied op een hoger schaalniveau, die uitstijgt boven de inpassing van de afzonderlijke bedrijven. Dit vraagt om een ruimtelijk repertoire waar niet alleen de ondernemers verantwoordelijk voor zijn. De ARO doet dan ook een oproep aan de gemeente en de provincie om, in overleg met de sector, een ruimtelijke visie of beeldkwaliteitsplan op te stellen voor het hele gebied waarin sprake is van een ruimtelijk kader voor de groei van deze specifieke bedrijfstak. Op deze manier ontstaat er op termijn een nieuw grootschalig productielandschap, met een eigen identiteit en ruimtelijke kwaliteit, waarbinnen de bedrijven op een goede manier zijn ingepast. Specifiek voor dit type agrarische bedrijvigheid zou het overkoepelende kader ontwerpmiddelen moeten bieden, die kunnen worden gebruikt bij uitbreidingsplannen voor afzonderlijke bedrijven. Voorgesteld wordt om de PARK van Noord-Holland hierbij een centrale adviserende en coördinerende rol te geven.
De ARO is positief over de compacte manier waarop het bedrijf uitbreidt. De ruimtelijke inpassing die wordt voorgesteld is te beperkt en gefragmenteerd. Een dergelijk groot bedrijf in een grootschalig landschap vraagt om een robuustere inpassing, zowel in maat als gebruikte landschappelijke middelen. Hierbij kan gedacht worden gebiedseigen middelen, zoals brede waterlopen en rietzones. Aan de voorzijde van het terrein moeten de trots en het zelfbewustzijn van het bedrijf in de landschappelijke inrichting beter tot uiting komen. Hierdoor wordt het bedrijf ook individueel herkenbaar.
De ARO heeft geen problemen met de uitbreiding op zich, maar wel met de gebruikte middelen om het bedrijf landschappelijk in te passen. Ontwerpmiddelen als fruitbomen en knotwilgen passen wel bij een traditioneel boerenerf, maar kunnen niet op tegen de maat en schaal van de grootschalige schuurkassen van het bedrijf en de grootschalige polder. Er zijn robuustere middelen nodig om het bedrijf in te passen. Om het bedrijf individueel herkenbaar te maken, dient meer aandacht te worden besteed aan de inrichting van de voorzijde van het bedrijf. Het is ook wenselijk dat het achterliggende recreatie-/natuurgebied vanaf de weg zichtbaar blijft. Dit kan door een zichtlijn aan de oostzijde van het bedrijf open te houden en het water hier zo mogelijk te verbreden.
De ARO staat positief tegenover de uitbreiding van het bedrijf en heeft waardering voor de ruimte die aan de voorkant van het bedrijf wordt ingericht. De gebruikte ruimtelijke middelen zijn goed, maar het mag wel wat minder kleinschalig dan nu wordt voorgesteld. Een robuustere inrichting past beter bij de schaal en maat van het bedrijf en het landschap.