Het landschap in Noord-Holland is continu onderhevig aan verandering. Er vinden tal van nieuwe ontwikkelingen plaats, op het gebied van woningbouw en landbouw, maar ook op het gebied van infrastructuur en recreatie. Economische ontwikkelingen brengen een ruimtelijke dynamiek met zich mee die zijn weerslag vindt in het landschap van Noord-Holland. De taak van de provincie is om te zorgen dat deze nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voldoende rekening houden met de diversiteit en unieke kwaliteiten van het Noord-Hollandse landschap en deze kwaliteiten ook versterken. Ontwikkelingen kunnen daarnaast zorgen voor nieuwe kwaliteiten, die het landschap verder verrijken. De initiatieven van nu bepalen mede het landschap van de toekomst, net zoals de plannen en inzichten uit het verleden geleid hebben tot het afwisselende landschap van nu.
Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland beschikken over meerdere ruimtelijke instrumenten, die helpen om de kwaliteit van plannen te beoordelen en daarmee de kwaliteit van het landschap te borgen. Eén van die instrumenten is de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling, de ARO. Deze commissie bestaat uit deskundigen met een brede kennis van onder andere landschap, stedenbouw, cultuurhistorie en economie. De ARO is een onafhankelijke commissie die Gedeputeerde Staten adviseert over de ruimtelijke kwaliteit van plannen die impact hebben op het landschap. Deze plannen worden door gemeenten en andere overheden ter advies aan de ARO voorgelegd.
Sinds de oprichting in 2010 heeft de ARO al meer dan 200 adviezen uitgebracht. De meeste adviezen zijn positief, maar dat neemt niet weg dat de ARO ook kritisch geadviseerd heeft over plannen waarin de toekomstige ruimtelijke kwaliteit van het landschap onvoldoende was gegarandeerd. Vaak gingen die plannen terug naar de tekentafel waarna ze bij een tweede behandeling in verbeterde vorm en met meer aandacht voor ruimtelijke kwaliteit, wel positief werden beoordeeld. De ARO heeft in 2015 vooral over plannen geadviseerd die zich in een relatief vroeg stadium van planvorming bevonden en kreeg daarom ook de gelegenheid om daadwerkelijk nog te sturen op kwaliteitsverbetering. Op deze manier kan optimaal gebruik gemaakt worden van de expertise van de ARO op een moment waarop plannen nog in ontwikkeling zijn. Winst voor alle partijen dus.
Het werk van de ARO wordt elk jaar vastgelegd in een jaarverslag. De commissie neemt daarbij de gelegenheid om de planbespreking in een wat breder perspectief te zetten. Waar dat perspectief vorig jaar meer thematisch was, is dit jaar gekozen om de ontwikkelingen per landschapstype te belichten. De economische en ruimtelijke dynamiek binnen Noord-Holland loopt enorm uiteen. De ARO-leden vertellen aan de hand van een aantal uitgebrachte adviezen meer over de kenmerkende kwaliteiten van de verschillende landschappen van Noord-Holland en de uiteenlopende economische en ruimtelijke ontwikkelingen die hierin plaatsvinden.
Ik wens u veel plezier bij het lezen en bekijken van het ARO Jaarverslag 2015.
Bregje van Beekvelt, voorzitter ARO
Met genoegen presenteren wij u het Jaarverslag 2015 van de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling van de provincie Noord-Holland, de ARO. Deze vijfde editie is wederom een interactief magazine, een combinatie van film, beelden en tekst, dat de adviezen uit 2015 in een breder perspectief plaatst.
Met onze jaarverslagen willen wij niet alleen een samenvatting geven van de plannen waarover is geadviseerd, maar ook inzichtelijk maken welke trends in de ruimtelijke ontwikkeling achter die plannen te herkennen zijn. In de jaarverslagen van 2011 en 2012 gebeurde dat door middel van een publicatie. Het jaarverslag 2013 bestond uit een film. Met het jaarverslag 2014 hebben we de eerste terugblik in de vorm van een online magazine uitgebracht.
In het nu voorliggende jaarverslag bespreken wij, naast een overzicht van de uitgebrachte adviezen, de plannen op basis van de landschappen van Noord-Holland. De landschapstypen van de provincie, zoals die ook worden beschreven in de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie hebben te maken met uiteenlopende vormen van economische en ruimtelijke dynamiek. Op locatie, in het betreffende landschap waar de ARO advies heeft uitgebracht over een of meerdere plannen, geven de ARO-leden in een korte film tekst en uitleg over het gebied en de ontwikkelingen die daarin plaatsvinden. Hiermee wordt een levendig inzicht gegeven in de wijze waarop de ARO in de praktijk adviseert.
Hoe kan een eeuwenoud landschap behouden blijven en zich tegelijkertijd ontwikkelen tot een nog betere leefomgeving? Die vraag doet zich voor in de polder Kortenhoef, onderdeel van het Vechtplassengebied. Het landschap ligt op de rand van droog en nat, hoog en laag en heeft een unieke cultuurhistorische waarde, met prachtige landgoederen op steenworp afstand en het patroon van de oude slagenverkaveling. Tegelijkertijd zijn er ook mindere kwaliteiten, zoals de aanwezigheid van een oude vuilstort in de ondergrond. Ook bestaat de wens om het landschap beter te ontsluiten voor recreanten en om nieuwe woningen te realiseren. De opgave is om te helpen bij het vinden van de juiste balans tussen behoud en ontwikkeling.
Je kunt je afvragen wat er in een hoog-dynamisch gebied als de Haarlemmermeer nog aan ruimtelijke kwaliteit te doen is. Het landschap lijkt ten onder te gaan aan de dynamiek van Schiphol, snelwegen, spoor en verstedelijking.
Toch is in die hoog-dynamische omgeving van de Haarlemmermeer het landschap wel degelijk een belangrijk aspect om rekening mee te houden. In de eerste plaats is het in die dynamiek van belang zuinig om te springen met de kwaliteiten die er zijn en die kwaliteiten te behouden.
Daarnaast is het in de Haarlemmermeer interessant de kwaliteit van het landschap te gebruiken voor de verstedelijking, door de structuur te behouden en daar bij de verdere verstedelijking op voort te borduren. Op die manier krijgt de verkaveling van de droogmakerij als onderlegger van de verdere verstedelijking een nieuwe betekenis.
Noord-Holland is ontstaan ‘entre deux mers’ en kent daarom twee kusten: de Noordzeekust en de kust van het IJsselmeer en Markermeer. Beide kusten kennen een vergelijkbare mate van dynamiek, maar waar voor de Noordzeekust er een duidelijke visie is op de ruimtelijke kwaliteit, ontbreekt deze voor de IJsselmeerkust en Markermeerkust.
Enkhuizen heeft een recreatief intensief ontwikkelde kust. Sprookjeswonderland, Zuiderzeemuseum, een stacaravanterrein en dagrecreatieve voorzieningen vormen een aaneengesloten recreatief-toeristische zone tussen stad en meer. De gemeente wil de kwaliteit van dit gebied verbeteren en onder meer het stacaravanterrein verplaatsen en vervangen door permanente recreatiewoningen. Zet deze ontwikkeling de relatie tussen Enkhuizen en IJsselmeer niet te zeer onder druk?
Ook bij Monnickendam, Medemblik en Uitdam zijn vergelijkbare ontwikkelingen gaande. Daarom bepleit de ARO de ontwikkeling van een kustvisie IJsselmeerkust en Markermeerkust, die initiatiefnemers vooraf duidelijke richtlijnen en inspiratie kunnen meegeven en tegelijkertijd de ARO een helder afwegingskader verschaffen.
Polder Het Grootslag had oorspronkelijk een open en weids vaarlandschap. De ruilverkaveling (1985) leidde tot bebouwing in de leegte en was opmaat voor schaalvergroting die tot vandaag doorgaat: grote gespecialiseerde bedrijven werken op bouwvlakken van 4 of meer hectaren, in grote dichte gebouwen die nog het meest op bedrijvenloodsen lijken, zonder expressie zoals boerderijen die doorgaans wel hebben.
De ARO ziet, als een soort trendwatcher, een nieuwe opgave voor het landschap van de polder. Als de gewaardeerde openheid steeds meer wordt ingenomen, welk landschap is dan de opvolger van het ruilverkavelingslandschap? Bij deze schaalvergroting werkt het niet meer om elk bedrijf afzonderlijk te voorzien van landschappelijke inpassing; er ontstaat een opgave in de publieke ruimte. De ARO heeft de provincie geadviseerd deze opgave in een visie uit te werken, waarin een strategie voor individuele bedrijven wordt gekoppeld aan een strategie voor de publieke ruimte: maak een steviger landschappelijk ‘casco’, met middelen als wegbeplanting, verbreden van bermsloten en voormalige vaarsloten.
Tussen 1607 en 1612 werd de omvangrijke en diepe Beemster drooggelegd. Bij de toenmalige stand van de techniek was dat een gewaagde onderneming. De bedijkers wilden echter meer. Het nieuwe land werd ingericht overeenkomstig de schoonheidseisen van die tijd. Het patroon van wegen en waterlopen werd bepaald door regelmaat en nut. De ruimtelijke expressie van dat Renaissance-ideaal is in de Beemster nog goed herkenbaar. Daarom is de Beemster in 1999 op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Als onderdeel van de Stelling van Amsterdam was dat in 1996 al gebeurd met het zuidelijke deel van deze droogmakerij. Door dit bijzondere karakter van de Beemster kan daar niet wat elders mogelijk is. Maar wat is er in de Beemster nu wel of niet toelaatbaar?
Hotel Akersloot ligt in een overgangsgebied van strandwal naar strandvlakte, waar de restanten van het Oer-IJ en de grillige verkaveling nog zichtbaar zijn. Aan de westzijde van het huidige hotelterrein ligt een historische watergang: het Koningsmeer. Deze watergang en het aangrenzende open weiland dreigden bij de gewenste uitbreiding van het hotel te verdwijnen. De ARO adviseerde negatief en het plan werd herzien. Watergang en weiland blijven gespaard, waardoor de landschappelijke structuur van het gebied beleefbaar blijft.
Een ander plan betreft de te fuseren voetbalclubs in Egmond a/d Hoef. De voorkeurslocatie ligt aan de voet van de binnenduinrand, die hier een scherpe overgang vormt tussen het ruimtelijk verdichte duinlandschap en de open strandvlakte, nu in gebruik als bollenland. De recreatieve en ecologische functie van de binnenduinrand biedt vele aanknopingspunten om de lager gelegen voetbalvelden te verweven met natte, duinrelachtige natuur en ecologische potenties te benutten.
Bebost landschap heeft een groot absorptievermogen. Je kan veel doen zonder dat het direct impact heeft op het landschapsbeeld. Zeker in vergelijking met het open weidegebied. Maar houdt dit in dat er zomaar alles kan plaatsvinden? Zeker niet. De heuvelrug heeft een uitzonderlijk historisch gelaagd landschap. Door de overgangen van hoog naar laag, maar ook door eeuwen oude bewoning. Het landschap van het Gooi laat zich lezen als één groot levend geschiedenisboek, zowel boven als onder de grond.
Een nieuwe HOV verbinding tussen huizen en Hilversum, een nieuw crematorium en een oefenterrein voor de veiligheidsregio, drie plannen die in 2015 aan de orde zijn geweest bij de ARO en die elk hun impact hebben op dit unieke stukje Goois landschap.
Provincie Noord-Holland
Postbus 3007 | 2001 DA Haarlem
Tel.: 023 514 43 11
www.noord-holland.nl
post@noord-holland.nl